baslooptnaarrome.reismee.nl

Dag 19 - Châlons-en-Champagne

Via Francigena – 30 april 2016

Laon – Châlons-en-Champagne

432/1913 km

Blog 4

Woensdag bereikte ik de eerste mijlpaal van de tocht, de stad Reims! In de gigantische kathedraal van Reims werden de koningen van Frankrijk van oudsher gekroond, en de stad is mede daarom heel belangrijk voor de Franse geschiedenis. De twee dagen van Laon tot Reims zijn zonder al te veel bijzonderheden verlopen. Eén ervan heb ik doorgebracht op een boerderij-camping in een heel klein dorpje waar geen enkele winkel was (Aizelles). 's Nachts vroor het een graad. Gelukkig kon ik in Hermonville, de volgende stopplaats, bijkomen in een heerlijke B&B van Nederlanders. Hermonville is een heel lieflijk dorpje in de Champagne, met wijngaarden rondom. De tocht van Aizelles naar Hermonville was pittig, ik moest onder andere met tegenwind een heuvel op in een hagelbui. Maar door dat afzien was het tien keer zo fijn om aan het eind van de middag op een heerlijk bed te kunnen neerploffen en heerlijk te kunnen douchen. De volgende ochtend was het Koningsdag, en uitgerekend op die dag zat ik bij Nederlanders aan de keukentafel te ontbijten! Heel gezellig, en ik kon merken dat mijn gastvrouw het ook prettig vond om even Nederlands te kunnen spreken.

Om 10 uur vertrok ik richting Reims voor een korte etappe van 18 km. Het pad liep heel mooi door het bos, maar na ongeveer twee uur liep ik in de buitenwijken van de stad. Ik had een kamer gereserveerd in het Maison Diocesaine, een ontmoetingsplek en opvanghuis voor pelgrims, gerund door vrijwilligers uit de kerk. Ik arriveerde rond 15:00. Mijn kamertje keek uit op een prachtige binnenplaats van een oud klooster. Toen ben ik gauw de deur uit gegaan om de stad te bekijken. Het museum over de geschiedenis van de stad viel een beetje tegen, maar de kathedraal was natuurlijk prachtig. Hij is zwaar beschadigd in de Eerste Wereldoorlog, maar desondanks nog heel indrukwekkend. Reims vind ik verder niet heel erg mooi, maar misschien ben ik niet op de juiste plekken geweest. Na de kathedraal te hebben bezocht ging ik op zoek naar een leuk restaurantje. Die avond zouden papa en mama namelijk naar Reims komen! Mama ging een paar dagen met me mee lopen, papa zou op een camping gaan staan en lekker wielrennen en lezen. Rond 20:00 kwamen ze aan en gingen we gezellig samen eten. Het was heel leuk en fijn om even alle verhalen te kunnen vertellen.

De volgende ochtend ging ik om 9:00 op pad. Ik had met mama afgesproken dat zij zich vanaf de camping waar ze stonden bij me zou voegen, dat was zo rond lunchtijd. Mama zou dan 15 km afleggen, ik 25. Mooi om te beginnen dacht ik zo. We liepen naar het dorpje Trépail, door het hart van de Champagnestreek. Zo liepen we door het dorpje Verzenay, waar de beste champagnes vandaan komen (Möet en Chandon bijvoorbeeld). Heel leuk om onderweg te kunnen praten, de kilometers vliegen dan voorbij! We kwamen rond 17:00 aan en klopten op de deur bij madame Jacqueminet-Degueldre, bij wie ik een overnachting had geregeld. Viviane (haar voornaam) was een dame van 78 met weinig tanden die ons aan de keukentafel ontving met een kopje koffie. De keuken was ontzettend rommelig en de vliegen vlogen in het rond. Viviane was allerhartelijkst en kletste erop los. Het was natuurlijk erg handig om een docente Frans mee op reis te hebben, ik hoefde nu niet het hele gesprek voor mijn rekening te nemen! Viviane werkte nog altijd in de wijngaard en had dat al haar hele leven gedaan. Ze ontving ook al 20 jaar pelgrims, om zo 'de wereld in huis te halen' en nieuwe verhalen te horen zonder zelf op reis te hoeven. Het diner bestond uit ratatouille met een gehaktbal en rijst, met een stukje kaas toe en een glaasje rosée. Heerlijk!

De volgende ochtend namen we afscheid van Viviane en gingen we op pad richting Châlons-en-Champagne waar papa inmiddels al op een camping stond. Het laatste stuk van de wandeling bestond uit 18 km (!) langs een kanaal. Dat was redelijk saai, maar gelukkig verstreek de tijd snel. Eenmaal in Châlons aangekomen namen we een kopje koffie en gingen we naar de camping om ons op te frissen, waarna we lekker uit eten zijn gegaan.

Vandaag hebben we rustig ontbeten en daarna hebben we de stad bekeken. Châlons is niet heel bijzonder, maar een boottochtje over de watertjes in de stad is zeer de moeite waard. Morgen gaan we verder richting het dorpje Coole (wat je precies zo uitspreekt als cool). Mama doet het erg goed en houdt het goed vol. We slapen weer bij iemand thuis, altijd weer een (tot nu toe aangename) verrassing waar je terecht komt.

Tot de volgende!

Bas

Dag 13 - Laon

Via Francigena – 24 april 2016

Blog 3

Rebreuve-Ranchicourt – Laon

312/1913 km

Het is alweer een tijdje geleden sinds ik mijn laatste blog schreef. Ik heb ondertussen veel meegemaakt!

Dinsdag 19 april

Ik vertrok rond 9:00 uit Rebreuve-Ranchicourt, na een gezellig praatje met de boerin van de gîte (weet haar naam niet, maar heb wel een foto) en een heerlijk ontbijt. Wie wist dat boter zó lekker kon zijn! Toen begon de lange tocht naar Arras (30 km). Het was weer heerlijk weer, warm zelfs. Om 9:30 liep ik al in mijn t-shirt. Het laatste stuk was erg zwaar, vooral door de hitte en doordat ik in de stad liep met veel auto’s. Maar goed, ik kwam rond 16:30 aan in Arras. Arras doet erg Vlaams aan, het is een stad met prachtige pleinen en een Beffroi, net als in Brugge. Overal zijn speciaalbier en wafels te koop. Ik had afgesproken op de Place des Héros met mevrouw Bonnal, die een slaapplaats voor me had geregeld. Althans, dat dacht ik. Mevrouw Bonnal kwam maar niet, en het werd later en later! Ik probeerde haar te bellen, maar tevergeefs. Rond 19:00 begon ik maar andere slaapplaatsen te proberen, maar alles zat vol. Ik ben toen maar iets gaan eten om een plan te bedenken. Toen ik ten einde raad een erg duur hotel wou binnengaan, werd ik vastgeklampt door een oudere mevrouw die riep ‘C’est vous, monsieur Roetman??’ ‘Oui!!’ Godzijdank, het was mevrouw Bonnal! Ze omhelsde me en gaf me twee dikke zoenen, zo opgelucht was ze. Door allerlei problemen had ze me niet kunnen bereiken. Bleek dat ik het verkeerd begrepen had, ze had een briefje achtergelaten bij het Office de Tourisme. Toen ik niet kwam opdagen was ze me gaan zoeken. Het was een heel chique vrouw die ook perfect Engels sprak. Mevrouw Bonnal begeleidde me naar het Maison des Jeunes Travailleurs, een soort jeugdherberg. Ontzettend aardige mensen, en ik kreeg een soort appartement toegewezen met avondeten en ontbijt, alles voor 20 euro. Kwam het toch nog goed!

Woensdag 20 april

Mevrouw Bonnal had ook een overnachting in de volgende stopplaats voor me geregeld, in Bapaume. Ik wou ’s ochtends eerst nog een museum bezoeken, de Carrière Wellington. Anders dan de naam doet vermoeden gaat dit niet over de Engelse veldheer Wellington, maar over een gangenstelsel in Arras. De eeuwenoude kalksteengrotten bij Arras werden in de Eerste Wereldoorlog gebruikt om tienduizenden Britse soldaten onder te brengen die zo dicht mogelijk bij de Duitse linies moesten komen om bij een aanval plotseling uit de grond te springen en de Duitsers te verrassen (wat in eerste instantie lukte). Het was een prachtig museum, heel mooi gedaan. Ik zal wat foto’s bijvoegen. Hierdoor vertrok ik pas laat uit Arras. Ik belde meneer Descamps op, bij wie ik die avond zou slapen, en hij haalde me het laatste stukje op met de auto. Meneer Descamps was een vriendelijke, oude weduwnaar. Hij had een rommelig huis. Maar hij was ontzettend vriendelijk. We aten een diepvriespizza tijdens het journaal, en daarna liet hij me zijn muziekcollectie zien. Hij speelde ook wat piano, en wilde dolgraag laten horen hoe goed hij het kon. Hij zong ook in een koor en liet ook dat horen. Erg gezellig en een bijzondere ontmoeting.

Donderdag 21 april

Meneer Descamps zette me een stukje buiten de stad af en gaf me twee dikke zoenen. Ik ging verder naar Péronne, een stad aan de Somme met een groot museum over WO1. De route ging over de velden waar de veldslagen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Onderweg werd ik uitgenodigd door een meneer in Allaines die een kopje koffie aanbood. Gezellig gepraat, o.a. over de Franse en Nederlandse politiek. Hij had een tweespan-motor, dat was zijn hobby. Ik kwam rond 15:00 aan, zette mijn tent op de camping op en ging naar het museum. Er waren vooral veel mooie propagandaposters van zowel Duitse als Franse en Britse kant. Daarna heb ik lekker mijn potje gekookt en ging ik vroeg naar bed.

Vrijdag 22 april

De volgende dag ging ik naar Seraucourt-le-Grand, zo’n 33 km. Ik vertrok om 8:15 en kwam om 17:00 aan. Het laatste stuk was weer zwaar. Het blijkt wel dat ongeveer 35 km op een dag voor mij het maximum is. Het waren erg saaie, rechte wegen met veel verkeer. Mijn zonnebril was kapot gegaan, ook geen pretje! Maar de camping in Seraucourt was geweldig, heerlijke douches vooral.

Zaterdag 23 april

Gisteren ging ik pas om 11:00 weg, aangezien ik maar een korte etappe voor de boeg had (18 km) naar Tergnier. De route was heel mooi, langs het Canal de Saint-Quentin. Het was inmiddels wel kouder en regenachtiger geworden. In Tergnier bleek helemaal niks te zijn, al mijn telefoontjes liepen op niks uit. Het is een troosteloos stadje. Wat te doen? Ik besloot om de trein naar Laon te pakken. Ik had gehoord dat dat een prachtige stad is, en ik wist dat er een camping was. Ik zou dan een stukje overslaan, maar ook tijd winnen om Laon te bekijken. Zo gezegd, zo gedaan, en rond 19:00 kwam ik aan op de camping in Laon! De temperatuur zakte ondertussen verder en verder.

Zondag 24 april

Wat was het koud vannacht! Ik lag met kleren aan in de slaapzak. Rond het vriespunt denk ik. Ook vandaag is het nog berekoud, graadje of 6/7 met ijzige wind. Het is inmiddels opgeklaard, maar vanochtend regende het voortdurend. Ik heb een wasje gedraaid en ben rond de middag naar het stadscentrum gegaan. Het was erg rustig, maar de belangrijke bezienswaardigheden waren gelukkig gewoon open. Wat is Laon mooi zeg. Het oude centrum ligt prachtig op een heuvel, met de kathedraal uit 1122 als kroon. De kathedraal is vanbinnen heel indrukwekkend, prachtige lichtinval (zie foto’s). De bisschop van Laon was in de Middeleeuwen belangrijker en rijker dan de bischoppen van Parijs en Reims, en dat is in de kathedraal terug te zien. De rest van het centrum bestaat uit leuke straatjes en pleintjes, met overal info over wat er te zien is. Ik heb heerlijk geluncht in een typisch Frans tentje, een galette met ei, asperges, ham en kaas (mmmmm). Toen ging ik met een leuke Franse gids één van de torens van de kathedraal beklimmen, met geweldig uitzicht over de stad en de omgeving (zie ook weer de foto’s). Het had de hele tijd geregend, maar net toen we op de toren stonden brak de zon door!

Het is een erg goede keuze gebleken, die rustdag in Laon. Ik kan het iedereen aanbevelen voor een weekendje weg. Heerlijk om cultuur te proeven na zoveel natuur! Ik schrijf dit blog nu in de kathedraal, terwijl het avondlicht naar binnen stroomt en het Ave Maria van Schubert door de speakers klinkt. Straks lekker een hapje eten, en morgen verder naar Corbény. Reims, de eerste mijlpaal, is niet ver meer!

Tot gauw!

Bas


P.S. Foto's van deze dagen komen later!

Licques - Rebreuve-Ranchicourt

Via Francigena - 18 april 2016

Blog 2

Licques – Rebreuves-Ranchicourt

125,5/1913 km

De rustdag deed me goed, mijn blaren waren een stuk rustiger en ik kon weer verder. Vrijdag vertrok ik om 10:00 voor een etappe van 26 km richting Wisques, een mooi oud dorpje met een mannen- en een vrouwenklooster. Ik had een overnachting geregeld in het vrouwenklooster, na daar goede verhalen over te hebben gehoord. Ik begon vol goede moed, het zonnetje scheen en mijn voeten deden geen pijn. Maar na zo’n 15 km werd het toch behoorlijk zwaar. Laat niemand je ooit vertellen dat Noord-Frankrijk alleen maar vlak is! Er zaten pittige klimmetjes in deze etappe, met name aan het eind. Nu waren het naast mijn voeten ook mijn benen die geen zin meer hadden. Rond zessen kwam ik aan bij het klooster: een magische plek! Een gigantisch gebouw, een kruising tussen Zweinstein en een gotische kerk. Ik werd onthaald door ‘soeur Lucie’, een heel vriendelijke non die mij de verblijfplaats voor pelgrims liet zien, in een apart huisje (l’hôtelerie). Ik kreeg een gezellig klein kamertje toegewezen. Op dat moment verbleef er ook een groep meisjes van 17 jaar met een docent in de ‘hôtelerie’. Een retraite van drie dagen in een klooster is verplichte kost op hun school. Om 19:00 uur aten we gezamenlijk in het klooster: soep met brood, spinazie met vis en als toetje een soort appelmoes. Was heerlijk! De meisjes kakelden er in hoog temp op los in onnavolgbaar Frans. Desondanks ook een leuk praatje gemaakt. Na het eten hebben we de ‘Complis’ meegemaakt, de completen. Een hele bijzondere ervaring om te zien hoe de nonnen opgingen in hun zang en gebed (alles in het Latijn). Daarna ging ik uitgeput maar voldaan naar bed.

Na een goede nachtrust en gezellig ontbijt met de jongedames ging ik om 9:30 op pad richting Thérouanne, een etappe van 17,4 km. Zonder problemen kwam ik al om 14:30 aan. Ik belde direct een telefoonnummer van een meneer met een ‘gîte d’étape’ voor pelgrims van de Via Francigena. Ik kreeg een adres en een code voor de deur en kon direct naar binnen! Ik viel met mijn neus in de boter. De gîte had een grote keuken en badkamer, alles voor mij alleen. Heel fijn om lekker warm binnen te zitten en te relaxen. Dit gedeelte van het blog schrijf ik aan de keukentafel van de gîte. Thérouanne is een speciaal dorpje. Begin 16e eeuw was het het laatste Franse bolwerk in de Spaanse Nederlanden, en de favoriete vestingstad van koning Frans I. In 1553 belegerde keizer Karel V de stad en maakte het met de grond gelijk. Er ontstond later een nieuw dorpje, het huidige Thérouanne. Nu is er nog een interessant archeologisch museum dat vertelt over de oude stad.

De volgende morgen ging ik nog even naar archeologische opgravingsplaats, en vervolgens op weg naar Amettes. De wandeling verliep voorspoedig, met een heerlijk zonnetje met een paar wolken. De Er ging wel een blaar open (pijnloos) die ik zo goed mogelijk heb gedesinfecteerd. Rond 4 uur kwam ik aan in Amettes. Amettes is de geboorteplaats van Benoit-Joseph Labre, een 18e eeuwse pelgrim en bedelaar, die in 1783 stierf in Rome. Hij heeft meer dan 30000 kilometer in Europa afgelegd en is dan ook de beschermheilige van de pelgrims. Het hele dorp is aan hem gewijd, en vooral de kerk natuurlijk. Compleet met souvenirwinkeltje. De ‘abri du pèlerin’ waar ik naar op zoek was (in de veronderstelling dat het een slaapplaats was) bleek slechts een ontmoetingsplek. Ik probeerde optie 2, de ‘gîte d’étape’ van madame et monsieur Gevas: een prachtige boerderij. Ik had niet gereserveerd, en ik zag wat gefronste wenkbrauwen. Maar dat was al snel vergeten en ik kreeg een glas water. Opa zat aardappels te schillen aan de keukentafel. Er waren ook twee andere pelgrims (de eerste!), twee Franse dames die tot Arras gingen. Ik kreeg een kamer toegewezen en werd uitgenodigd voor het avondeten. Terwijl ik wat aan het rommelen was werd ik aangesproken door een oudere mevrouw, die me vroeg of ik wilde ‘prendre un petit verre’ (een glaasje drinken). De vrouw bleek de helft van een wijnbouwers-echtpaar met pensioen en ik mocht hun wijn proeven! Ze zaten met een klein clubje in een zijkamer te drinken. Wat een gezelligheid, en zo Frans! Daarna het eten: tomatensoep vooraf, daarna witlofsalade, aardappels, pasta, bietjes, konijn, kip: met rosé en witte wijn in overvloed. Een kaasje was het toetje. Heerlijk allemaal! Er waren ook nog twee Italianen aangeschoven, die in Amettes waren gestrand. Ik fungeerde als vertaler.

Het ontbijt de volgende dag (vandaag) was ook weer een waar feestmaal. Rond half 10 ging ik weer op pad, richting Olhain op aanraden van madame Gevas. Toen ik rond 13:00 opbelde of er plek was in de pelgrimsplaats was hij helaas vol. Toen ben ik maar op goed geluk gaan lopen, in de hoop ergens mijn tent op te kunnen zetten. Uiteindelijk ben ik beland in Rebreuve-Ranchicourt, een klein dorpje niet ver van Bruay-la-Buissière. Ik vroeg iemand of ergens een camping was, en toevallig had haar moeder een gîte! Een heel schattig huisje, wel wat prijzig maar alles is er (vooral internet is heel fijn). Morgen op naar Arras (Atrecht), de eerste stad sinds Calais.

Behalve de eerste dag heb ik nog geen slecht weer gehad, best bijzonder. Ik ga dingen die ik de normaalste zaak van de wereld vond nu heel erg waarderen. Het is zo fijn om in de gîte de verwarming aan te kunnen doen en koffie te kunnen zetten! Of: hoe heerlijk is het niet als je geen last hebt van blaren! Het is ook ontzettend leuk om telkens weer nieuwe mensen te ontmoeten. Je weet helemaal niet wat je tegenkomt en je kunt het treffen of niet. Tot nu heb ik het getroffen, iedereen is ongelooflijk aardig en behulpzaam. Tot nu toe gaat het dus prima!

Tot de volgende blog!

Groeten Bas

Etappe 1-2: Canterbury-Guînes

Via Francigena – 13 april 2016

Blog 1

46,6/1913 km

'When April with his showers sweet with fruit
The drought of March has pierced unto the root
And bathed each vein with liquor that has power
To generate therein and sire the flower;
The tender shoots and buds, and the young sun
Into the Ram one half his course has run,
And many little birds make melody
That sleep through all the night with open eye
(So Nature pricks them on to ramp and rage)-
Then do folk long to go on pilgrimage'

- Geoffrey Chaucer, (1343-1400,) The Canterbury Tales

Niet voor niets begint Chaucer zijn pelgrimsverhaal in april:in die maand is de winter voorbij en begint de lente definitief, zij het met een spatje regen. Na twee dagen kan ik dit beeld beamen! Ik voelde de lente in de lucht en kreeg zin om te vertrekken. Ook qua weersvoorspelling klopt het: in Canterbury vertrok ik maandag met een stralend zonnetje, maar naarmate ik dichter bij Dover kwam begon het steeds meer te regenen. In Canterbury heb ik twee erg gezellige dagen gehad met papa en mama. Wat een mooie stad toch, Canterbury. Alles doet Middeleeuws aan, daar houd ik erg van, met als letterlijk en figuurlijk hoogtepunt de schitterende kathedraal. Die kathedraal is zelf een eeuwenoude pelgrimsbestemming, met de tombe van Thomas Becket.

Na een stadswandeling, een ‘Evensong’ in de kathedraal, het halen van mijn stempel en veel lekker eten, kon maandagochtend de reis beginnen. Het was zoals gezegd heerlijk weer bij vertrek. Zonder al te veel problemen liep ik, na een liefdevol afscheid van papa en mama, de stad uit, en zag direct al veel ‘Via Francigena’ aangegeven. Bij het dorpje Patrixbourne ontmoette ik een meneer met wie ik direct aan de praat raakte over het Oekraïne-referendum en de eventuele ‘Brexit’. Meteen al een leuke ontmoeting! De weg liep vervolgens door glooiend heuvellandschap en schilderachtige dorpjes. Na een pauze en lunch in Shepherdswell bereikte ik eind van de middag na ongeveer 7 uur wandelen Dover. Het hostel waar ik sliep was shabby: het personeel was aan de drank toen ik binnenkwam en alles viel van ellende uit elkaar. Maar de mensen waren heel aardig en dat maakte een hoop goed!

De volgende ochtend vertrok ik na een onrustige en korte nacht om 9:25 met de boot naar Calais. De overtocht was heerlijk, ik had een mooi plekje gevonden bij het raam aan de voorkant. Om 12:00 arriveerde ik in Calais (Franse tijd). Mijn mede-voetpassagiers waren een leuk Brits echtpaar op weg naar Florence en een jongen die ging helpen in het vluchtelingenkamp in Calais. Ze waren vol bewondering over mijn avontuur, maar ik nog veel meer over wat die jongen ging doen. Hij wilde gewoon graag iets doen om te helpen en kwam in actie. Geweldig! Vervolgens ging ik een kopje koffie drinken in Calais om de stad te zien (niet heel mooi). Toen begon de tocht van Calais naar Guînes, slechts 15 km. Ik voelde mijn voeten op dat punt al, dus 15 km was een mooie afstand.

Het pad liep langs een mooi kanaaltje, en later door een mooi natuurpark. De etappe had ook niet langer dan 15 km moeten duren, want zo rond de 10 km kreeg ik last van blaren op mijn linkervoet! Nu heb ik geen naald om ze door te prikken (!) dus ik moest met blarenpleisters verder… Het was even afzien, maar uiteindelijk haalde ik Guînes. Guînes is een heel mooi dorpje, waar in 1520 de koningen Hendrik VIII van Engeland en Frans I van Frankrijk samenkwamen om een alliantie tegen keizer Karel V te smeden. Die gebeurtenis zie je nog overal afgebeeld op muurschilderingen en historische plakkaten. De camping waar ik vannacht stond is fantastisch, met alles erop en eraan. De afhaal-pizza en het biertje gingen erin als koek! Vandaag weer een korte etappe van 15 km naar het dorpje Licques, dat vinden mijn voeten ook erg prettig.

Ik voel me mentaal prima, en afgezien van de blaren ook fysiek. Ik probeer niet teveel aan Rome te denken, dat is nog te ver weg. Het is nu zaak om alles per dag te bekijken. Het geeft veel voldoening om van plek naar plek te lopen. Anders dan met de auto, trein of vliegtuig wordt het door te lopen als het ware ‘jouw’ afstand. Ik hoop dat ik dit positieve gevoel vast kan houden!

Zo, dat was mijn eerste blog. Ik doe snel weer verslag, tot dan!

Pelgrimsgroeten van Bas