baslooptnaarrome.reismee.nl

Dag 64 - Pontremoli

Via Francigena – 14 juni 2016

Blog 9

Borgofranco d’Ivrea – Pontremoli

1400/1913 km

Ik heb alweer een tijdje niets van me laten horen, dus hoog tijd voor een nieuwe blog! Ik heb ondertussen alweer vanalles meegemaakt, het is een lange. Het weer is hier over het algemeen goed, in de ochtend rond de 20 graden maar ’s middags is het behoorlijk heet. Graadje of 28. Vaak hangt er sluierbewolking, ik heb nog geen compleet wolkenloze dag meegemaakt (en dat wil je ook niet als pelgrim).

Donderdag 2 juni

Na een goddelijk ontbijt geserveerd door Anna Maria en Matteo, mijn gastvrouw en –heer, ging ik op pad naar Santhià. Het was een lange etappe, zo’n 32 km. Onderweg werd ik door een voorbijganger gewaarschuwd dat ik in het muggengebied terecht was gekomen en het zwaar zou krijgen. Ergens halverwege kwam ik Karen weer tegen, en ontmoette ik Laura, een Italiaanse van eind -20 die in een lang weekend een paar etappes van de VF liep. Vlakbij het eindpunt kwamen we elkaar weer tegen. Laura sprak Engels, en die avond in het restaurant hebben Karen, Laura en ik gezellig samen gegeten. Het was die dag een feestdag, de Italiaanse Republiek bestond precies 70 jaar. Daarom was er in de kerk in Santhià (prachtig plaatsje) een concert van het lokale harmonieorkest, dat helaas niet goed speelde maar wel voor sfeer zorgde. Ze speelden filmmuziek van Ennio Morricone.

Vrijdag 3 juni

Op donderdag was ik er al een paar tegengekomen, maar nu begonnen ze pas echt: de rijstvelden. De Povlakte staat er bekend om. Zo’n beetje alle goede risottorijst komt uit deze regio. De route naar de grote stad Vercelli liep er dwars doorheen. Het was heet en vochtig, en de insecten zoemden om me heen en landden zo nu en dan op een lichaamsdeel. Het rook een beetje naar de zee, maar dan zonder de frisheid. Kikkers plonsden in het water. Af en toe werden de rijstvelden afgewisseld door een ‘cascina’, een groepje boerderijen. Na een pittige tocht en een uur in Vercelli te hebben gedoold werd ik ontvangen door een groepje ontzettend vriendelijke en gastvrije vrijwilligers in een gloednieuw ostello (= hostel voor pelgrims). In het ostello ontmoette ik Astrid, een struise Duitse dame. Ik had al over haar gehoord van Julien en Karen. Ze rookt als een ketter en is heel aardig. Ze begint vaak ’s ochtends om 06:00 met lopen. Langzaamaan kwamen ook Julien, Karen, Laura en nog wat andere pelgrims binnendruppelen. Na met een groepje bier te hebben gedronken op het plein gingen we aan het diner, verzorgd door het ostello. Ons was verteld dat we een ‘cena semplice’, sober diner, zouden krijgen. Wat volgde was werkelijk ongelooflijk en fantastisch: het zouden maar liefst 11 gangen worden! De kokkin was een echte Italiaanse ‘nonna’ (oma), en er waren naast wij pelgrims ook nog vrienden van de vrijwilligers op bezoek. Hier komen de gangen.

1. Bollito misto (soort stoofvlees) 2. Ricotta en spinaziequiche 3. Risotto con funghi (goddelijk) 4. Stoofvlees met doperwten en salade 5. Artisjokken-quiche 6. Stuk vlees (afgeslagen, dus geen idee) 7. Kaas uit de regio 8. Aardbeien met ijs. 9. Chocolade- en koffiecake met rum 10. Koffie 11. Walnotenlikeur.

Dit alles met de nodige witte wijn. Werkelijk Italië zoals het bedoeld is. Ik voelde me ontzettend verwend. Ik kreeg overigens dubbele porties omdat ik van de dames goed moest eten. Ik stond werkelijk op knappen. Wat een geweldige avond!

Zaterdag 4 juni

De volgende ochtend ging ik na een ontbijt met het toetje van de vorige avond (yes!) op pad naar Mortara, 32 km. Weer over de rijstvelden, minder heet maar heel vochtig. Ik liep over een dijk, bijna een Nederlands tafereeltje. Met een paar koffiepauzes arriveerde ik in Mortara om een uur of 5, behoorlijk afgepeigerd. Ik overnachtte in de abdij van Sant’ Albino, een oeroude abdij gesticht door Karel de Grote na een grote veldslag tegen de Longobarden in de 8e eeuw. Er was net een bruiloft aan de gang. Het was zo’n idyllisch gezicht, al die mensen in mooie kleren, bloemen, oldtimer voor de deur, zachte pianomuziek, dat ik me afvroeg of ik wel goed was. Maar ja hoor, Julien, Karen en Astrid waren er ook. We sliepen op veldbedden een hal. De vrouw die ons ontving was een pittige, praatgrage Italiaanse, de opzichter van de parochie. Ze was geïrriteerd want de bruiloft duurde te lang. Later kookte ze heerlijk eten voor ons en vertelde ze ons over de geschiedenis van de abdij. De kerk had de resten van twee ridders van Karel de Grote, die tijdens de genoemde veldslag waren gestorven. Vanwege een legende over deze resten (te lang om te vertellen, zoek het op!) was de kerk in de middeleeuwen al een pelgrimsoord. In de kerk waren nog inscripties te zien van deze pelgrims! Heel bijzonder hoe goed alles bewaard was gebleven. Je voelde de geschiedenis om je heen.

Zondag 5 juni

Zondag ging de reis naar Gropello Cairoli, op zo’n 26 km afstand. Ik liep samen met Laura en Karen. Nog altijd door de rijstvelden. Heel heet. Laura nam onderweg afscheid, ze moest de volgende dag weer aan het werk in Milaan en doet de VF in etappes. ’s Avonds hebben we de mis bezocht. We sliepen bij de parochie. Het diner was een zelfgemaakte (er was een keukentje) pasta met tomatensaus, altijd lekker!

Maandag 6 juni

Ik stond vroeg op en was om 06:30 op pad. Na de gebruikelijke cappuccino met een brioche (gevulde croissant) liep ik naar Pavia, een korte etappe van maar 15 km. Eigenlijk een soort rustdag dus. Ik liep langs de rivier en arriveerde al om 11 uur, heerlijk! Ik dronk een kopje koffie met Julien en Astrid, die die dag een stuk verder gingen, en heb heerlijk gerelaxt in het hostel. Karen kwam ’s middags ook aan, en we hebben gezellig een aperitivo gedronken en ‘s avonds pizza gegeten. Ik heb het centrum vluchtig bekeken, ik had niet veel puf om musea in te gaan. Pavia is een hele mooie stad!

Dinsdag 7 juni

De volgende dagen hadden Karen en ik dezelfde overnachtingsplaatsen. Dinsdag was dat Santa Christina e Bissone, 25 km. Een van de warmste dagen tot nu toe. Het was weer een dag over de rijstvelden. In Santa Christina sliepen we bij de parochie. Daar sliep ook Paolo, een vreemde Italiaan die op de fiets van Rome naar Zwitserland ging. Mobieltjes waren ‘van Satan’ en hij hield hele preken over hoe slecht de maatschappij wel niet was. Hij liep steeds in zijn onderbroek rond. In zijn slaap mompelde hij voortdurend vanalles. Karen zei: ‘he’s a troubled soul’, en dat is waarschijnlijk de beste omschrijving.

Woensdag 8 juni

Cappuccino en brioche achter de kiezen, op naar het plaatsje Orio Litta vlakbij de rivier de Po. Slechts een kilometer of 17. Onderweg trof ik overal VF-tekens: het pelgrimpje met knapzak en stok. Op de dijk naar Orio Litta waren zelfs marmeren platen in de grond met het logo. Dit komt doordat ik steeds dichter bij de Po kwam en daarmee bij de ‘Transitum Padi’: de traditionele VF-oversteek van de Po! Sigeric, de ‘vader’ van de route moet het ook zo hebben gedaan. Dat stond voor morgen op de planning. In Orio Litta werd ik ontvangen door de burgemeester, in een hostel met alles erop en eraan. Ik had een kamer in een oude toren. De burgemeester (hele vriendelijke man) nodigde Karen en mij uit om ’s avonds naar het concert van de schoolkinderen van het dorp te komen, ter ere van de laatste schooldag. Daar zeiden we natuurlijk geen nee tegen! Het concert was in een luxe villa uit de 18e eeuw. Het was een hele belevenis, de kinderen zongen allerlei liedjes en speelden blokfluit. Ontzettend leuk om alle trotse gezichten van de ouders te zien. Buiten onweerde het nog een beetje, dat gaf extra sfeer.

Donderdag 9 juni

We liepen rond 8:00 naar de Po om daar op Danielo, de kapitein, te wachten. Om 9:30 kwam hij, in zijn kleine bootje genaamd ‘Sigerico’. We staken over met twee fietsers en een stel Fransen. Wat was het geweldig om op het water te zijn, heerlijk! Het tochtje duurde een kwartiertje. Eenmaal aan de andere kant werd mijn goede humeur verstoord doordat ik door een wesp werd gestoken! Zomaar, uit het niets. Gif eruit gezogen, verder niks aan de hand (dacht ik toen). We kregen een prachtige stempel in onze credenziale van Danielo, en ik ging verder naar de grote stad Piacenza. Piacenza heeft een prachtig centrum, waar ik een plaatselijke ‘piadina’ (soort sjieke panino) heb gegeten als lunch, met bier. Goddelijk! Ik heb nog even in de stad rondgelopen en ging toen naar Montale, een klein dorpje net buiten de stad waar het ostello was. Onderweg sprak een mevrouw me aan, en nodigde me uit voor een drankje op het terras op haar kosten. Ze bleek Frans te zijn, en we hebben in het Frans over vanalles en nog wat gepraat. Wat bleek: ze had jarenlang als gids in Rome gewerkt! Het was haar droom om eens de Via Francigena te doen. Deze plotselinge ontmoetingen zijn het allerleukst. ’s Avonds aten Karen en ik pizza met de Duitser Raimund, een stugge, stille man die 40 km per dag loopt. Die zal ik wel niet meer tegenkomen.

Vrijdag 10 juni

De volgende dag ging de route over een drukke autoweg, de Via Emilia. Ooit was dit een Romeinse weg. Helaas waren er weinig andere opties. ’s Nachts had ik onbewust gekrabd aan de wespensteek, en mijn hand was helemaal dik geworden. Dus liep ik met mijn linkerhand boven mijn hart. Het jeukte verschrikkelijk. Om een uur of 2 in de middag kwam ik aan in Fiorenzuola d’Arda, de bestemming van die dag. Ik kon pas om 15:30 terecht bij de parochie, dus tja, er zat niks anders op dan op het terras te gaan zitten. Die avond was het weer tijd voor pizza. Karen had gelukkig wat medicijnen tegen de dikke hand en het jeuken.

Zaterdag 11 juni

Nog altijd met de linkerhand omhoog liep ik de volgende dag naar Costamezzana, een gehucht. De Povlakte en de rijstvelden lagen nu achter me, het volgende obstakel waren de Apennijnen. Het was al redelijk stijgen en dalen. Onderweg ontmoette ik een Italiaans stel van rond de dertig, Matteo en Erica. Ze waren als huwelijksreis naar Santiago gelopen, en nu lopen ze in twee weken een stukje VF van Fidenza naar Siena. Hartstikke aardig. Ze sliepen ook in Costamezzana in het ostello. In het dorp wordt de enige bedrijvigheid gevormd door het ostello en een trattoria/bar. De trattoria/bar wordt gerund door Oliviero, een geweldige gastheer die ons ’s avonds een werkelijk verrukkelijke pasta voorschotelde.

Zondag 12 juni

Na ontbijt bij Oliviero, en uitgebreid afscheid, liepen Karen, Matteo, Erica en ik samen naar het dorpje Sivizzano. Het regende die ochtend behoorlijk. Het was heel gezellig om samen te lopen en te pauzerend(3 keer voor koffie gestopt). ‘s Middags werd het heel warm, en het laatste stuk was weer zwaar. In Sivizzano sliepen we in een ostello in een oud klooster uit 1098. De bedden waren opgesteld in een lange gang, alles heel goed voor elkaar en heel schoon. Er was ook een keuken. Later voegde de Vlaming Hugo ons bij zich, hij loopt van thuis naar Rome. Matteo had onderweg zomaar 20 euro gevonden, en die hebben we goed besteed bij de plaatselijke bar! Matteo en Erica hebben daarna een heerlijke pasta gekookt.

Maandag 13 juni

Ik vertrok als eerste om 6:30. Op het programma stond 30 km naar het Ostello della Cisa, vlak voor de Passo della Cisa op zo’n 1000 meter hoogte (pas over de Apennijnen). Dit was een van de zwaarste etappes, vanwege het hoge stijgingspercentage, en omdat na veel stijging vaak weer een daling kwam, waardoor de stijging opnieuw moet. In Berceto, op 8 km van het ostello, begon het in de verte te onweren en pakten donkere wolken zich samen, dus ben ik als een malle gaan lopen (ik was uiteraard koffie aan het drinken). Vlak voordat de grote bui losbarstte was ik gelukkig binnen. Daar zit ik nu te schrijven, ik had mijn eigen kamer, yes! Julien en Astrid waren er ook, tot mijn grote verrassing. Heel gezellig.


Dinsdag 14 juni

Vandaag was een redelijk makkelijke etappe, 20 km dalen over een goede weg. Nu ben ik in Pontremoli, een mooi oud middeleeuws stadje. Er zijn hier 9 pelgrims: drie Italianen (Matteo en Erica en Giuseppe) Hugo de Vlaming, Peter de Duitser, Julien, Karen en Astrid. Giuseppe is een dikke gezellige Italiaanuit Calabrië die 40-50 km per dag loopt, en hij gaat vanavond pasta carbonara maken....mmmmmmm

Zo, nu zijn jullie weer op de hoogte!De Eeuwige Stad komt steeds dichterbij...

Tot de volgende!

Bas

Reacties

Reacties

Ben Teunissen

Pelgrim Bas!
Weer veel dank voor je uitgebreide verslag van de laatste weken. Inmiddels zul je al wel bij Miniato Basso zijn gearriveerd, tenzij je een dagje extra in Lucca bent gebleven. Het allermooiste deel van je pelgrimage ligt nu voor je, met hopelijk veel gastvrije logeerplekken en met gezellige medepelgrims die de weg naar Rome zo draaglijk maken.
Uit de keuzes die we maken in ons leven blijkt wie we werkelijk zijn!
Een mooie tocht wens ik je toe Bas!

Elly en Aldo

Ha die Bas,
Heel goed om te lezen dat je tocht zo voorspoedig gaat. Een feest van herkenning ook, in Hermonville waren wij in hetzelfde huis (toen B&B van een Frans echtpaar), afgelopen Hemelvaart liepen we van Pavia de Appenijnen op en neer. In de regen. Hitte en muggen lijken me geen beter alternatief...
Hoe heerlijk om nu nog zo'n mooi stuk voor de boeg te hebben!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!